Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

Paniekstoornis

Wat is paniekstoornis?

Bij een paniekstoornis heb je paniekaanvallen. Die paniekaanvallen komen onverwacht. Ook ben je steeds bang om weer een paniekaanval te krijgen. Die angst heeft veel invloed op je leven. 

Je wordt bang voor situaties waarin dat kan gebeuren. Vooral voor situaties waaruit je moeilijk weg kunt komen. Of waarin je geen hulp kunt krijgen.

Je gaat ervoor zorgen dat je niet in zulke situaties komt. Je durft bijvoorbeeld niet meer in een bus, trein, winkel, restaurant of drukke straat. Sommige mensen durven helemaal niet meer naar buiten.
Dit heet pleinvrees.

Een paniekstoornis kan komen door een combinatie van deze dingen:

  • erfelijke aanleg
    In sommige families komen angstproblemen daardoor vaker voor dan in andere.
  • je karakter
    Vooral als je heel verlegen bent of heel gevoelig voor stress.
  • bepaalde stoffen in je bloed en in hersenen
    Zoals stoffen die stress regelen.
  • hoe je bent opgevoed en wat je hebt meegemaakt

Sommige mensen hebben een grotere kans op een paniekstoornis. Bijvoorbeeld mensen met een depressie of verslaving. Of mensen die iets heel heftigs hebben meegemaakt.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Zo kun je met je angst omgaan en voel je je beter: 

Zo veel mogelijk alles blijven doen
  • Blijf alles doen. Ook dingen die je eng vindt. Zo leer je met de spanning omgaan. De angst wordt daardoor minder.
  • Krijg je een paniekaanval? De angst wordt dan meestal vanzelf minder na 60 tot 90 minuten. Als je dat weet, durf je misschien toch de dingen te doen die je eng vindt.
  • Probeer te blijven werken. Hebben je klachten met je werk te maken? Of kun je je werk niet goed meer doen door de paniekaanvallen? Praat met je werkgever of de bedrijfsarts.
Erover praten
  • Vertel iemand die je vertrouwt over je angst.
Gezonder leven Gedachtes die je rustig maken

Als je bang bent, denk je vaak aan dingen die de angst erger maken. Bijvoorbeeld: ‘Misschien ga ik wel dood’. Of: ‘Dit gaat misschien nooit meer over’.

Je kunt leren om dat te veranderen:

  • Maak een dagboek. Dat kan op papier of in je telefoon. Schrijf op wat er precies gebeurt op angstige momenten. Waar denk je dan aan? Waar ben je bang voor? Wat voel je? En wat doe je dan?
  • Denk eens goed na: is er echt reden om zo bang te zijn?
  • Bedenk daarna positieve dingen waaraan je voortaan kunt proberen te denken.
    Bijvoorbeeld: je durft niet meer een winkel in te gaan. Bedenk dan wat je vroeger altijd zo leuk vond aan winkelen. Vaak lukt het dan beter om de angst te voelen en toch rustig te blijven.
  • Schrijf die positieve gedachtes op. Je kunt ze dan lezen op moeilijke momenten.
  • Schrijf ook op wat je voortaan op angstige momenten kunt doen. Bijvoorbeeld rustig ademen.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiƫnten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Maak een afspraak met je huisarts in deze situaties:

  • Je wilt een andere behandeling proberen.
  • Je drinkt te veel alcohol, gebruikt drugs of slikt kalmerings-pillen.
  • Je slikt medicijnen tegen angst en hebt veel last van bijwerkingen.
  • Je denkt aan zelfmoord. Dit kan een bijwerking zijn van medicijnen tegen angst.
  • Je slikt medicijnen tegen angst en wilt daarmee stoppen.

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Tricyclische antidepressiva
Tricyclische antidepressiva regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine en noradrenaline, twee van nature voorkomende stoffen die een rol spelen bij stemming en emoties. Hierdoor verbetert de stemming en vermindert de angst. Hierdoor vermindert de kans op een paniekaanval. Voorbeeld is clomipramine.

SSRI antidepressiva
Serotonineheropnameremmers, ook wel SSRI`s genoemd, regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties. SSRI`s verbeteren de stemmingen en verminderen de angst. Hierdoor vermindert de kans op een paniekaanval. Voorbeelden zijn fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline.

Benzodiazepinen
Benzodiazepinen werken rustgevend, spierontspannend en verminderen angstgevoelens. Hierdoor vermindert een paniekaanval. Voorbeelden zijn alprazolam, clonazepam, diazepam en lorazepam.

Venlafaxine
Venlafaxine regelt in de hersenen hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties. Het vermindert algemene angstgevoelens en gespannenheid. Hierdoor verminderen ook de lichamelijke klachten, zoals hartkloppingen, buikpijn, trillen en zweten, die vaak met een paniekaanval gepaard gaan.

MAO-remmers
MAO-remmers regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine en norepinefrine, twee van nature voorkomende stoffen die een rol spelen bij stemmingen en emoties. Hierdoor neemt de paniek af. Voorbeeld is fenelzine.